2009-11 Rob Gast

De kanteling van Scheringa

Vanaf 12 oktober begon het beeld van Dirk Scheringa te kantelen: dat van schuldige tot dat van slachtoffer. Het kreeg veel aandacht in de media: “We stonden erbij en keken ernaar,” zo ongeveer verwoordde Antoinette Hertsenberg het proces (zij presenteert het tv-programma Radar, dat veel aandacht aan de slachtoffers van de DSB had geschonken).

In Trouw van 24 oktober vraagt David de Cremer, hoogleraar in Rotterdam, zich af waar toch die drang vandaan komt om zich slachtoffer te voelen en zich ook als zodanig te willen profileren. Naast de punten die Cremer zelf aanstipt, zou ik de aandacht willen vestigen op een diepgaande paradox in onze Westerse cultuur, een paradox waar René Girard op wijst. Juist op het moment dat het Westen bezig is zich van religieuze banden met het verleden los te maken, komen Joods-Christelijke wortels bloot te liggen. De gedachte dat een slachtoffer onschuldig kan zijn wordt in de joods-christelijke canon sterk naar voren gebracht. Dat het verhaal van een onschuldig slachtoffer (achteraf) de waarheid bevat, behoort zelfs tot de kern van het algemeen christelijk geloof.

Het is opmerkelijk dat vrijwel het gehele ideologische spectrum in onze cultuur handelt over slachtofferschap. Slachtoffers van de Shoah, van het kapitalisme, van sociale onrechtvaardigheid, slachtoffers van oorlog, van politieke vervolging, van ecologische rampen, van racisme, van seksuele en religieuze discriminatie. We hebben inmiddels een maatschappij waarin het kennelijk ideologisch 'loont' om slachtoffer te zijn. Het lijkt erop dat Scheringa daar graag gebruik, c.q. misbruik van heeft willen maken.

Rob Gast